Motorische ontwikkeling
Niet iedereen ontwikkelt zich motorisch op dezelfde manier.
Het ene kind slaat bijv. het kruipen over en gaat meteen lopen, terwijl het andere kind liever wil tijgeren of op handen en voeten lopen en pas veel later gaat lopen. Ook kan een kind overdreven voorzichtig zijn, veel struikelen/vallen of zich vaak stoten. Het kan dan wat onhandig over komen.
Als een kind wat ouder is, zien we vaak problemen met het leren fietsen en/of zwemmen.
Op school kan een kind veel moeite hebben met de fijne of grove motoriek wat tot uiting kan komen in het handschrift of tijdens de gymles.
Dit alles kan leiden tot angst bij het kind en zelfs tot het vermijden van bepaalde situaties.
Met het oefenprogramma proberen we het kind weer beter in balans te brengen, zodat het een krachtige motoriek kan ontwikkelen.